We (mijn toenmalige levensgezellin en ik) woonden in Eext. Ik stuurde regelmatig teksten van uiteenlopende aard naar het tijdschrift Bres, met name naar de rubriek "Wereld in Beweging" van Simon. Vaak werd er daarin iets opgenomen en er was die keer dat Simon uitriep (nou ja, niet letterlijk, maar tekstueel als zodanig benadrukt): "Zieletaal!". Er volgde op een gegeven moment een brief van hem waarin hij meedeelde eens een keer op bezoek te willen komen (ondertekend met een tekening van een vogeltje (vink), een & en een tekening van een oog). Het maakte me onrustig, we woonden bij oma en twee vrijgezelle ooms in en ik zag het niet meteen voor me dat Simon ten tonele zou kunnen komen, ze hadden al moeite genoeg met mij en mijn uiterlijk en levenshouding, het ging op zich prima, daar niet van, maar ik aarzelde, nog eens en besloot toen dat het niet gebeuren zou. Moeilijk uitlegbaar, merk ik nu ook, maar het is niet gebeurd, wie weet heet het dat ik er nog niet "klaar voor was" (?)...
Jaren daarvoor: de Chr. Mulo in Den Ham (O.). De leraar Nederlands proefde in mijn opstellen het taalgevoel, taalplezier. Op een dag nodigde hij mij bij hem thuis uit en liet me een aantal dichtbundels zien: Lucebert, Paul Rodenko, Paul van Ostaijen e.a. én Simon Vinkenoog. Ik mocht ze lenen. Ik leeservoer ze als "wow" en zo meer, tot ik belandde bij, liever ín de gedichten van Simon - ik werd uit de "gewone" werkelijkheid gezwiept en er met een plof in teruggezet. Welk een opschudding des geestes vond er plaats! Vraag me niet naar titels der bundels, doet er niet toe.
Later: een poëziefestival in de bossen bij Sleen (Dr.), Simon trad er ook op. Ik zou die dag, had ik besloten, de triantaoling (in de Drentse taal gezet) van Allen Ginsberg's "Howl" laten klinken. "Howl" is in dit geval "Galp" geworden. Simon en ik banjerden een tijd over het terrein, hij had net, voor de zoveelste keer, zei hij, de verzamelde gedichten van Leo Vroman aangeschaft bij een boekenkraam aldaar. We kregen het over "Howl" en de "perform-ervaring" ervan (hij heeft het in het Nederlands vertaald): "Er was die keer dat na afloop bleek dat er een plasje zweet op de grond, aan mijn voeten, lag", vertelde hij me. Ik herkende dat. Er waren die dag nog een paar samens en een vriend maakte foto's van ons tweeën, die ik koester.
Weer later: Simon trad op (op verzoek van Flanor in Usva, 2009) in Groningen. De dikke bundel "Vinkenoog Verzameld" was net uit, meen ik. Simon deed wat Simon deed: gedreven, begeesterd laten klinken wat hij had geschreven. Als verzoeknummer vroeg ik "Lieverd" aan, zijn liefdesgedicht voor Edith. Dat klonk!!
Buiten de Usva, in de pauze, spraken we elkaar, sprak ik Edith, we blijken even oud te zijn, er werd gezellig gerookt. Na afloop was er de nazit, waar we spraken over the Byrds, Colin Wilson, Ruigoord, wat al niet, het was een wilde, aangename associërende rondedans des geestes. Ook signeerde hij de bundel die ik mee had genomen.
Een vriend is iemand waarmee je de "basale klik" voelt en van daaruit waag en durf ik hem een vriend te noemen.