Monotoontje - deel 2
leestijd: 7 min

4 Die dag lag de kantine bezaaid met papiersnippers. De vier versnipperaars knorden onophoudelijk. Studenten stonden in de rij om de nieuwe Monotoontje aan de vergetelheid toe te vertrouwen. Kees stond erbij, met zijn hoed op. 'Alles voor de kindertjes in Afrika', zei hij. De hoofdredacteur van Monotoontje, Roeland Betjeman, stond er op een afstand zwijgend naar te kijken. Hij zag hoe sommigen ook gelijk de oudere Monotoontjes maar meenamen, waren ze daar ook maar weer van af. Het deed pijn. Natuurlijk waren er ook studenten die de hele actie van mijn vriend Kees en zijn vrienden belachelijk vonden en niets met die brutale rotjongens te maken wilden hebben, maar zij waren helaas in de minderheid. Die het nog moeilijk had ook, want ze werden op hun niet-actiebereidheid aangesproken. Men vond hun anti-snipperhouding asociaal. Zestig procent van de oplage verdween ongelezen in de blauwe afvalzakken. Maanden later, toen alles al lang achter de rug was, werden er nog snippers teruggevonden onder de verwarmingsradiatoren in de kantine.

De redactie van Monotoontje had een nieuwe strategie bepaald. Toen bleek dat DE BREKER niet met redelijke woorden te bestrijden was, besloot de redactie tot een stilte. De anders zo praatgrage redactieleden repten met geen woord over de hele kwestie, in de hoop dat DE BREKER het dan wel voor gezien zou houden.

Helaas. De nieuwe aflevering van DE BREKER kopte:

WAT SNEU!
HEEFT MONOTOONTJE ZIJN MONDJE VERLOREN?

Daaronder een artikel waarin de redactieleden werden neergezet als 'bibberende geitjes, die in het warme huisje van hun moeder heel wat voor dachten te stellen, maar die door hete echte leven verpletterd werden'.

DE BREKER werd hoe langer hoe populairder. Adverteerders begonnen uit zichzelf te vragen naar mogelijkheden om hun advertenties op de muurkrant te plaatsen in plaats van in de al tientallen jaren bestaande en gerenommeerde schoolkrant. Sommige redactieleden zeiden zachtjes tegen elkaar dat ze best ook wel voor DE BREKER wilden werken. De populariteit sprak ze aan. Kwaliteit is mooi, maar je moet natuurlijk wel gelezen worden, zo begon men te redeneren. En bovendien, is veel gelezen worden eigenlijk niet de definitie van kwaliteit? Op lerarenbijeenkomsten werd beschaafd gegniffeld om de streken van de jongens van DE BREKER, vooral door docenten die niet in de artikelen te grazen werden genomen. Gebezigde termen als 'Wat sneu!' werden niet alleen door de studenten overgenomen, je hoorde die kreet ook af en toe in de docentenkamer.

(Ik moet je zeggen dat ook ik in die tijd mijn vriend Kees benaderde. Ik had een verhaal geschreven en ik vroeg hem of hij het wilde lezen, met de bedoeling het te publiceren. Toen hij het aantal pagina's zag begon hij zwaar te zuchten. Hij las een alinea, greep naar zijn hoofd, zuchtte nog eens, las een tweede alinea, wreef in zijn ogen en zei: 'Het spijt me, maar dit is intellectuele bagger. Misschien moet je daarmee naar een vrouwendichtclub of zo, ik heb het hier te druk hiervoor. Jij denkt dat het over mooi schrijven gaat. Maar daar gaat het helemaal niet over. Je moet ervoor zorgen dat er wat gebeurt. Dat je iets veroorzaakt! Niemand leest om iets te lezen.' Ik was teleurgesteld, maar ik moest hem ergens wel gelijk geven).

Een maand later, een maand van onophoudelijke schimpscheuten en verdachtmakerijen, afgewisseld met flauwe moppen, belachelijke scheldrijmpjes en af en toe een werkelijk goede zin, werd er bij de ouders van Kees aangebeld. Kees deed open. Het regende. Roeland Betjeman stond op de stoep. Zijn gezicht was kletsnat en niet alleen van de regen.

5
'In Godsnaam man', jammerde Roeland Betjeman. 'Wat wil je nou?'
Kees had zijn hoed niet op omdat hij thuis was. Hij stond met zijn zij tegen de kleine radiator in de gang, terwijl Betjeman zo langzamerhand totaal doorweekt raakte.
'Wat ik wil', grinnikte Kees zonder het minste gebaar te maken dat hem uit zou nodigen binnen te komen, 'is niks.'
'Niks?' bibberde Betjeman. 'Jij bent onze krant aan het kapotmaken en je wil er niks mee?'
'Voor zover ik weet niet. Ik zou het niet weten. Hoezo?'
'Je bent niet op zoek naar een betere positie? Kunnen we op een of andere manier niet iets doen waardoor je je bij ons comfortabel gaat voelen?'

Kees keek Roeland strak aan.

'Ik bedoel', ging Roeland aarzelend verder, 'je bent bij ons niet netjes behandeld, dat geef ik toe. We hebben de tijd en de sfeer op school misschien wat verkeerd ingeschat. Jij had gelijk, wij waren fout. Zou je niet weer zitting willen nemen in onze redactie? We beloven dat je een behoorlijke stem in de besluitvorming gaat krijgen.'
'Tja', zei Kees. Het regende al hard, maar nu scheurden de wolken helemaal open. Het waren geen druppels meer die vielen, maar het was alsof iemand een enorme kraan had opengezet. 'Ach, wat zal ik zeggen. Ik weet het niet.'
'Je weet het niet?'
'Nee. Ik bedoel - stel dat ik dat zou gaan doen, wat ik niet denk, waar blijven mijn vrienden dan?'
Roeland Betjeman slikte. 'Die doen gewoon met ons mee.'
'Hm,' zei Kees. Uit de lucht kwam donder en bliksem. 'Nou, ik weet het niet hoor.'
'Denk er alsjeblieft over na. God, man, ik sta hier te verkleumen. Mag ik alsjeblieft even naar binnen?'
'Dus je zegt dat onze redactie bij die van jullie moet komen,' zei Kees, zonder in te gaan op Roelands smeekbede om te schuilen.
'Jullie moeten niks. We vragen het jullie.'
'Dat zie ik niet zo zitten. Een paar van mijn vrienden zien sommige van jullie redactieleden niet zitten. Mijn beste vriend zegt dat die Mieneke een domme koe is en dat hij niet met haar in een ruimte wil zitten. Wat ik me trouwens erg goed kan voorstellen.'

Roeland Betjeman slikte. 'Dat is goed', zei hij. 'Daar valt over te praten. Dat is voor ons een enorme klap, maar er valt over te praten. In ruil daarvoor zou ik dan willen bedingen dat ik, ter wille van de continuïteit, hoofdredacteur blijf.'
Kees glimlachte. Later vertelde hij me dat hij zin had Roeland keihard in zijn gezicht uit te lachen. Hij deed het alleen niet om het plezier te rekken. 'Nou, heb het er maar eens over met die suffe redactie van jou.'

6
De redactie van Monotoontje was, zoals gewoonlijk de laatste tijd, verdeeld. Natuurlijk, er bleven een of twee redactieleden vierkant achter hem staan, maar die zeiden dat met zoveel bravoure dat Roeland, nog hoestend van de kou die hij in de regen had opgelopen, er niet zeker van kon zijn of hij hen kon vertrouwen. Er werd besloten Kees en zijn vrienden toe te laten tot de redactie. Mieneke nam huilend, schreeuwend, briesend, asbakken gooiend afscheid. Kees zou in naam assistent-hoofdredacteur worden, maar in feite volledige zeggenschap over de inhoud krijgen.

Al tijdens de eerste vergadering vond Kees dat Roeland procesvertragend werkte, en unaniem werd besloten dat Roeland zich maar een tijdje niet met de schoolkrant moest bemoeien. Dat brak Roelands hart. Hij had zich vanaf het begin enorm ingezet voor de schoolkrant, had Monotoontje van een doorsnee schoolkrantje succesvol tot een intellectueel hoger peil gebracht en nu werd hij de laan uitgestuurd. Het greep hem zo aan dat hij stopte met de school en zijn studie afmaakte in een kleinere stad. Later deed hij iets in de lokale politiek, waarbij hij een vrij kleurloos bestaan leidde.

Er kwamen twee nummers uit van het vernieuwde Monotoontje met de nieuwe redactie. Daarna was de lol er voor Kees af. Op de een of andere manier kon hij de geest niet terugvinden die ze in DE BREKER hadden aangeroepen. Monotoontje stierf een zielloze, onopgemerkte dood. De school pakte de draad weer op, de studenten waren de gebeurtenissen al gauw vergeten en voor zover er draden waren blijven liggen, werden die weer opgepakt. Als er, na een paar maanden al, onder de radiatoren van de kantine een snipper papier werd gevonden, wist niemand meer waar die van was. Alles bleef bij het oude. Niemand miste de schoolkrant.

Alleen de sfeer op school was op de een of andere manier voorgoed wat grimmiger geworden.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Jan Veldman (Doodstil, 1959). Theaterauteur, liedjesbakker, podiumbeest. Bier, jenever, zware shag. Leugenaar. Woonachtig in het westen des lands.