Liefdesbang
leestijd: 3 min

Sinds ik een schrijfclub ben begonnen, heb ik geen zin meer in schrijven. Is dat een causaal of temporeel verband? Wie zal het zeggen. Misschien ligt het wel aan de vertaling van het Bouquetje waarmee ik mijn uitzendloon tot enigszins acceptabele hoogte probeer op te krikken. Hoeveel synoniemen kan ik bedenken voor kreunen? Voor broeierige blikken? En hoe inspirerend is die stralende, jonge maagd van 25, die bij toeval in de armen valt van die puissant rijke man? Waanzinnig aantrekkelijk, lang en donker, met gratis sixpack, de man dan. En, nee maar, ook hij is in het weeshuis opgegroeid. Op pagina 26 gaat onherroepelijk de maagdelijkheid eraan. Liefst op dat king size bed met satijnen lakens, bij de openslaande balkondeuren waardoor een zilte zeewind opwindende geuren de slaapkamer binnenvoert. De slaapkamerdeur staat tegenwoordig wat verder open, volgens de redacteur van Harlequin, uitgever van de bouquetjes. Wat verder? Zeg maar gerust wagenwijd open! 

Mijn maagdelijkheid verloor ik onder heel wat prozaïscher omstandigheden in de bosjes achter de dijk van het Zwarte water, aan een buurjongen van zestien. Bijna veertien was ik. Ik had nog maar een paar keer gemenstrueerd en het enige dat mijn inwendige geslacht tot dan toe had betreden waren Tampax tampons, die ik van mijn zakgeld kocht, omdat mijn moeder tampons moderne onzin vond. Het condoom van de ontmaagding vond ik een uur na de daad terug in de wc, waar ik het uitviste uit angst dat het zou blijven drijven. Mijn hippe, rode laktasje gebruikte ik als verstopplaats. De volgende dag gooide ik het met besmuikte inhoud en al in het Zwarte water. Weemoedig keek ik mijn verloren maagdelijkheid na. Mijn poppen, met wie ik tot dan toe af en toe nog speelde, de Barbies dan... gaf ik met pijn in mijn hart aan de buurmeisjes. Vrouwen spelen immers niet meer met poppen. 

Ik lees wel eens een boek. Het boek dat mijn humeur heeft verpest is Liefdesbang van Hannah Cuppen, een zelfhulpboek. Ik haat zelfhulpboeken. Ze zijn allemaal terug te brengen tot 1 A4tje met altijd dezelfde boodschap: leer van jezelf te houden en zoek de bevestiging niet bij de ander. Elke love guru heeft zijn, meestal haar, eigen methodiek hiervoor ontwikkeld. Liefdesbang is geen uitzondering. Uitgesponnen theorieën, herhalingen, het is om je dood te ergeren. Maar wat me nog het meeste stoort, is dat het over mij gaat en ik het niet heb geschreven. Iemand anders loopt binnen op mijn angst. Mijn verlatingsangst. De cases in het boek gaan over mij en mijn bindingsangstige minnaar met wie ik de bange liefdesdans uitvoer, waarin ik de gever ben en hij de ontvanger. Ik voel me betrapt en het ergste is dat ik me door dit kutboek gedwongen voel een knoop door te hakken die mij juist bestaansrecht geeft. Een knoop waar ik de afgelopen jaren mijn identiteit aan heb opgehangen. Wat ben ik zonder knoop? Bovendien heb ik net geleerd van Sex and the City dat je zonder significant other, wederhelft zeg maar, niets voorstelt. One minus One Plus, adds up to zero.  

Verlatingsangst en bindingsangst krijg je door trauma's en onveilige hechting. Of je gaat je extreem hechten en verliest je in de ander, of je hecht je niet en slaat op de vlucht. Als ik me aan je hecht, berg je dan maar. Superglue is er niets bij. Meestal verenig je deze twee angstvormen in jezelf en spelen ze stuivertje wisselen al naar gelang de situatie. Van verlatingsangst raak je in paniek wanneer je partner dreigt weg te gaan, al is het soms maar voor een weekendje fietsen met vrienden. Ooit, op een gure herfstavond rende ik naakt de straat op, achter mijn vertrekkende vriendje aan. De hond ontsnapte met hem en het kostte me uiteindelijk een uur om die terug te vinden. Hij had de avond van zijn leven... Ook ben ik weleens achterop een rijdende motor gesprongen, in mijn nachthemdje. En een keer liep het zo uit de hand dat mijn vriendje mij naar het politiebureau sleurde nadat ik mij om zijn been had gestrengeld om te voorkomen dat hij naar Amersfoort, of all places, zou gaan. Hij leverde me af bij de balie met het verzoek mij vast te houden tot hij weg was, hij stond niet voor zichzelf in. Ik moet toegeven dat het allemaal lang geleden is en dat ik me bij deze gelegenheden niet geheel onthouden had van alcohol. 

Als het een partner dan eindelijk lukt van me af te komen blijft er van mij weinig meer over dan een hoopje ellende, dat zich gretig wentelt in zelfmedelijden en zelfhaat. Toen mijn eerste verkering ooit uitging, zeventien was ik, werkte ik 's avonds bij de Similac, de babypoederfabriek van Zwolle. Daar maakten ze baby's van poeder dacht ik als kind. Ik moest er plastic maatlepeltjes in voorbijrazende blikken melkpoeder gooien voordat de deksel erop ging. Een precies werkje. Op de Solex ging ik naar het werk, zonder helm, maar met een brok in mijn keel die ik maar niet weg kreeg. Na het 124ste blik werd het zwart voor mijn ogen. De lepeltjes vielen uit mijn handen en mijn maag draaide zich om. Wc, wc, was alles wat ik nog kon denken. Strompelend vond ik de toiletten achter in een eindeloze, sombere gang. Het volgende wat ik me herinner is dat ik werd opgeraapt van de wc-vloer door een man die 'per ongeluk' mijn linker tepel beroerde. In een schel verlicht kantoortje moest ik vervolgens op mijn vader wachten, die gealarmeerd was en mij met de auto kwam ophalen. De dagen erna mocht ik thuisblijven van school. Ik leed aan een ernstige vorm van luddeveduh. De verkering had zegge en schrijve zes weken geduurd.

Dankzij Hannah Cuppen besef ik nu waarom ik me tegen beter weten in zo vastbijt in een typisch gevalletje van bindingsangst en hoe ik in godsnaam mijn grote liefde zomaar naar het andere eind van de wereld heb laten vertrekken. Dan kan ik nu eindelijk van mezelf gaan houden. Al heb ik toch liever dat iemand anders dat doet.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Tjitske Zuiderbaan (Zwolle, 1955). Chroniqueur gedreven door liefde en aanverwante ellende. Schrijft korte verhalen waarvan zij hoopt dat niet al te veel lezers zich erin zullen herkennen. En toch ook weer wel.