Lang zal ze leven
leestijd: 2 min

Ik zit hier heel alleen jarig te wezen... Nou ja alleen... Sam en Puck kan ik niet uitvlakken, mijn geërfde ouwe chihuahua's houden mij gezelschap op deze tweede verjaardag tijdens een lockdown. Uitgerekend in de week voor het grote feest voor mijn 65ste verjaardag vorig jaar viel in ons land de eerste coronadode en kondigde Rutte de allereerste Persconferentie aan. Handen schudden was toen al verboden. Na die coronadode zegden mijn feestgangers een voor een af. 'Misschien toch verstandiger...' Uiteindelijk besloot ik het hele feest maar af te blazen. Flink balend, dat wel. Het had mij een hoop wikken en wegen gekost om überhaupt tot een feest te besluiten. Die verdomde Vissen ook, die elk hun eigen kant op zwemmen!

Op de dag zelf leek het me beter om toch naar het Beloofde Land te gaan voor het geval mijn afzegging niet iedereen had bereikt. Een paar dappere vrienden sloten zich aan en voor ik het wist stond dat kleine café op zijn kop en dansten we, elkaar omhelzend, met de muziek mee blèrend, en ontstond er bijna een heus bargevecht om een pizza. Een aquascept wilde zich ervan verzekeren dat er geen vis op de pizza zat en stak zijn neus erin, waarop een aangeschoten creatief dat niet normaal vond en smerig en asociaal. Vermanend moest ik ze toespreken. Een beter feest had ik me niet kunnen wensen. En niemand kreeg corona.

En vandaag word ik zomaar 66! Vooralsnog medicijnvrij, wie doet me dat na? Op zich al een reden tot feest. Helemaal ongeschonden ben ik er natuurlijk niet uitgekomen, uit die eerste 66 jaar, waarvan ik mij er zeker 25 tot de beroepsmatige alcoholisten mocht rekenen, vanwege een horecabestaan voor en achter de bar. En met een lichaam dat de laatste 30 jaar al dagelijks zo veel pijn doet dat ik wel eens denk, hoe lang nog? Niet dat ik definitief dood wil, hell no! Maar wat zou ik graag een ander lijf voor mijn verjaardag willen krijgen. Met hetzelfde uiterlijk overigens, daarover hoor je mij niet klagen. Zelfs niet over die hangende dijen van Babylon, betepelde zakjes en buik vol craquelé waar het melkmeisje van Vermeer een puntje aan kan zuigen. Zwaartekracht ja. En ik heb al een man...

Een paar weken geleden las ik dat er voor fybromyalgie eindelijk een medische oorzaak is gevonden. Iets met het zenuwstelsel dat de spieren niet afremt waardoor die constant onder spanning staan. Niet langer zo'n vage aandoening - het zal wel stress zijn - voor gevoelige typjes, vrouwentypjes vooral. Dertig jaar lang voelde ik mij zo. Het moest wel psychisch zijn, een lichamelijke oorzaak voor de pijn werd nooit eerder gevonden. Eureka! Eindelijk erkenning (de pijn is er niet minder om)!

Toch ook dit jaar geen feest in traditionele zin. Geen dans- en schranspartij, geen cock- en mocktails. Maar wel een 'Lang zal ze leven' om zes uur 's ochtends. Vijftig berichtjes via allerlei digitale kanalen. Een turquoise legging van mijn favoriete winkel, het Winkelhuis in Leens. 'Het rimpelperspectief' van Hans Dorrestijn met als ondertitel 'Hoe overleef ik de oude dag?'. Bij het lezen waarvan je het liefst meteen al in je kist gaat liggen. Filmpjes van vrienden wiens gezichten op Wombo AI-liedjes zingen, waarvan Vriend zich afvraagt wat volwassenen beweegt om zich op die manier te profileren. En met mislukte, maar overheerlijke rabarbercheesecake.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Tjitske Zuiderbaan (Zwolle, 1955). Chroniqueur gedreven door liefde en aanverwante ellende. Schrijft korte verhalen waarvan zij hoopt dat niet al te veel lezers zich erin zullen herkennen. En toch ook weer wel.