Het gat in de deur
leestijd: 5 min

Het was begonnen met opschepperij. Lennart had tegen Wilson gezegd dat hij best door een deur heen zou kunnen slaan en die had daar honend op gereageerd. Dus sloeg hij zo hard als hij kon tegen die deur en, inderdaad, er zat een gat in. Wilson dacht dat hij dat ook wel kon en toen was het gat nog groter.

Lennart en Wilson zaten op dezelfde middelbare school, maar omdat Lennart was blijven zitten zat hij een klas lager. Ze hadden niet op dezelfde lagere school gezeten, want Wilson was eigenlijk Christelijk. Maar ze hadden elkaar snel gevonden toen ze eenmaal op die openbare middelbare school zaten. Lennart was dik, maar langer dan zijn leeftijdgenoten. Wilson was nog langer, maar had rood haar.

Wilson had een gitaar en speelde Lennart liedjes van Lou Reed en Neil Young voor en hoewel hij vond dat het best houterig klonk, vond Lennart dat toch machtig interessant. Hij wilde dat zelf ook wel, maar iedereen zei dat hij motorisch gestoord was, dus liet hij het maar zitten.

Lennart zijn vader was woest op hem om dat gat in de deur, maar dat gaf niet, zijn vader was bijna altijd kwaad. Zeker sinds zijn moeder weg was. Bovendien was zijn vader er nooit, want hij had binnen een week al een nieuwe vriendin. Toch schold pa nog steeds op zijn moeder. Lennart kon daar niet zo goed tegen, dus was hij blij dat zijn vader meestal weg was, ook 's nachts.

Ze woonden aan het water en Lennart zat vaak aan de achtertafel te kijken hoe de binnenvaartschepen voorbij gleden.Vroeger woonden ze hier met zijn vieren: pa en ma en Lennart en zijn oudere broer. Ze hadden in het kanaal gevist en gezwommen en ze hadden erop geschaatst. Nu woonde Lennart daar min of meer alleen en had hij geen zin meer in zwemmen, vissen en schaatsen. Eigenlijk had hij alleen nog zin in gaten in deuren slaan of mensen op hun gezicht, maar dat laatste deed hij niet, want hij wist dat mensen slaan niet deugde.

Wilson zijn ouders waren ook gescheiden. Wilson zijn echte moeder zat in het gekkenhuis, maar hij had wel een stiefmoeder en ook nog een broertje en halfzusje. Wilson had ook zin om mensen te slaan, maar deed dat ook niet. Zijn stiefmoeder had altijd te veel make-up op en het leek wel of die scheef zat en ze droeg bloesjes waar haar tieten uitpuilden. Die tieten waren wel interessant, ondanks de blauwe aderen erop, maar verder vond Lennart het maar een lelijk mens.

Hoewel ze eigenlijk nog niet oud genoeg waren gingen Lennart en Wilson geregeld de kroeg in, er was toch niemand om hen tegen te houden. Bij Lennart letterlijk en bij Wilson scheen niemand het iets te kunnen schelen.

Overdag ging Lennart naar school, maar steeds minder, het boeide hem niet, en hij peuterde aan de randen van het gat in de deur en langzaam maar zeker werd dat groter. De schepen bleven voorbij glijden. Lennart hoorde ze niet, want hij had nooit zin om een raam te openen. Hij deed haast niets meer, at alleen voorverpakte hamburgers of chinees. Boodschappen doen deed hij zo weinig mogelijk en lege flessen leverde hij niet meer in. Er waren dagen dat hij zijn bed niet meer uitkwam. Hij peuterde wel regelmatig aan het gat in de deur. Alleen Wilson kwam nog weleens langs en heel enkel zijn vader die hij dan op zijn schuldgevoel werkte en geld aftroggelde.

Op een middag ging hij naar Wilson zijn huis. Die speelde gitaar voor hem, zodat hij een prop in zijn keel kreeg die niet meer weg wilde. Zonder dat hij het wilde zat Lennart te huilen. Of het toeval was of niet, Wilson zijn stiefmoeder vroeg of Lennart bleef eten en dat wilde hij wel, want hij zag er verschrikkelijk tegenop om naar huis te moeten. Wilson was er niet blij mee, maar Lennart bleef toch. De stiefmoeder sneed het vlees en iedereen kreeg een piepklein stukje. Ze vertelde onsamenhangende verhalen en Wilson zijn vader, broertje en halfzuster keken zwijgend naar hun bord. Wilson keek naar buiten en zweeg ook. De stiefmoeder zat steeds haar tieten onhoog te duwen en zonder aanleiding barstte ze nu en dan onbeheerst in lachen uit. Ze stonk. Tipte haar sigaret af in het eten dat op haar bord lag en nam daarna nog een hap. Lennart schoof zijn stoel weg en liep gauw naar buiten, pakte zijn fiets en vluchtte het tuinhek uit. Achter zich hoorde hij Wilson schreeuwen.

Wilson kwam hem daarna niet meer opzoeken en Lennart ging zelf ook niet meer naar Wilsons huis. Als ze elkaar ergens tegenkwamen knikten ze naar elkaar, maar zonder elkaar aan te kijken. Lennart mistte Wilson vreselijk, maar hij wist dat het nooit meer goed zou komen. Hij begon nog verwoeder aan de randen van het gat te peuteren. Hij keek niet meer naar die kutboten. Hij zat niet meer aan die kuttafel, luisterde niet meer naar die kutvader en hoefde zijn kutgeld ook niet meer.

De lege flessen puilden uit de kast onder de trap, de vuile vaat stond een meter hoog opgestapeld op het aanrecht. Het rook naar schimmel, wiet en wanhoop in het huis. Toen pa Lennart maande om eens schoon te maken beet deze hem toe dat hij zijn huishoudster niet was. Hij zag daarna zijn vader soms weken achtereen niet.

Lennart bleef verwoed peuteren aan het gat en op een dag was dat groot genoeg om doorheen te stappen. Dat deed Lennart en hij ging daadwerkelijk mensen op hun gezicht slaan, gewoon, omdat het kon.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Lammert Voos (Eenrum, 1962) is dichter en schrijver van fictie en non-fictie. Z'n Groningse drieluik Malterfoske (2018), Canisius (2020) en Gannef (2021) werd met lof overladen door pers en publiek. In 2024 verschijnt de nieuwe roman 'Jericho'.