Heiligen van vlees en bloed
leestijd: 1 min

Kom, dacht ik, lente, ik rijd op de motor naar mijn kantoor. Flink doorrijden, er moet immers uitgegeven worden. Maar de lente en de Moto Guzzi bleken de baas. Ik reed dus het kantoor in Oldenzaal voorbij in volle vaart. De dag moest geplukt worden. 

De dag bracht mij naar Saasveld. Op het kerkplein sprak mij een man in een scootmobiel aan. Hij stelde zich voor als de eigenaar van de plaatselijke dancing. Maar ik doe nu kalm aan, zei hij, en wees op de joystick van zijn vervoermiddel. We praatten. Hij was 92, meldde hij, maar hij had ook een motor gehad (BMW) en aan vechtsport gedaan. Dat had hij geleerd om dronken volk de deur uit te kunnen zetten. Een uitsmijter had hij toen nog niet. Nu wel, 125 man personeel. 

We spraken als collega-ondernemers met elkaar, ik vertelde hem niet dat ik geen personeel heb, zeker geen 125 man. Ook niet dat mijn boekhouder zegt dat ik geen ondernemer ben. Nee, we spraken op voet van gelijkheid en gaven elkaar ook voortdurend gelijk: we waren het enorm eens dat praten met elkaar veel beter is dan tikken op je telefoon. 

Na een kwartier had de dancingman geen zin meer. Hij begon wat te heen-en-weren met zijn elektrokarretje en raadde me aan om in de pastoorstuin te gaan kijken. Bij het woord pastoorstuin smelt ik. Dat heeft met nestgeur te maken. De tuin was idyllisch. De vogels floten er zoeter dan overal elders. In een pastoraal hutje stonden stenen bankjes en een stenen tafeltje. Achter dat tafeltje zat Maria met Jezus, klaar voor het warme eten. Nooit eerder heb ik de Moeder Gods zo aards afgebeeld gezien. Gerard Reve zou diep ontroerd zijn geweest: Maria houdt van ons, verleent ons Altijddurende Bijstand, zij is de Ivoren Toren en de Sterre der Zee maar houdt toch ook gewoon, net als wij, van warm eten om zes uur.

De grootste verrassing kwam ik tegen in de kerk. Nóg een Maria met kind. Maar het was eigenlijk niet Maria, vond ik. Het was Aaf Brandt Corstius: NRC-columnist, BN'er, licht gebold voorhoofd, etherische blik, met een kroontje op haar hoofd. Ik voelde een diepe vrede opkomen: een heilige die eigenlijk een mens is van vlees en bloed en andersom. Goed voor het geloof, dacht ik. 

Het was een dag met een gouden randje.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Paul Abels (Lonneker, 1958) is AFdH Uitgever en was eerder leraar Nederlands, antiquaar, jazzplatenhandelaar, galeriehouder, copywriter, journalist.