Deze week nam ik afscheid van André*, bedrijfsleider van de supermarkt in Paddepoel.
In zijn winkel was een kassa verdwenen om plaats te maken voor meer 'doe het lekker zelf'-units.
We zouden die avond bolognese eten en het ontbrak nog aan een blikje tomatenpuree.
Ik had aangeboden die snel te gaan halen maar kwam terecht in een lange rij voor de enige bemenste kassa.
Die rij bestond uit twee personen in een rolstoel, flink wat hoogbejaarden, iemand in een scootmobiel, een aantal gekleurde medelanders en een boomer (ik). Een ware fanfare van honger en dorst.
We stonden voor de koelvitrine en weken regelmatig uiteen voor studenten op zoek naar diepvriespizza's, patat en Ben & Jerry's.
Gaandeweg raakten we druk met elkaar in gesprek en ieder had zo z'n eigen reden om niet langs de zelfscan-kassa te gaan: De één wist niet hoe het werkte, een ander betaalde het liefst contant, een derde kwam voor een praatje en de rest wilde niet per ongeluk als dief aangemerkt worden.
Bijna iedereen zei er iets over tegen de hooguit zestienjarige jongen die de kassa bemande. Die bromde dat hij er ook niet over ging en daar had hij natuurlijk gelijk in.
Na twintig minuten had ik eindelijk afgerekend (39 eurocent) en besloot het hogerop te zoeken en vroeg bij de balie om de bedrijfsleider.
André keek vreemd op toen ik zei dat ik afscheid kwam nemen, tenslotte hadden we elkaar nog nooit gesproken.
Ik legde uit dat ik al twintig jaar klant was, nooit iets had gestolen en niet gecontroleerd wilde worden met het risico dat ik voortaan als digitaal gebrandmerkte dief door het leven zou moeten.
Vanaf nu zou ik mijn boodschappen wel op de markt halen.
De bedrijfsleider sputterde nog wat over de politiek die het minimumloon omhoog wilde gooien maar gewezen op de torenhoge winsten van de grootgrutter moest hij toegeven dat dat geen sterk argument was.
Eigenlijk waren we het wel eens maar hij was met handen en voeten gebonden aan wat het hoofdkantoor wilde.
Na de maaltijd zat ik hierover in m'n eentje nog wat te filosoferen op de wc.
Het steeds verder uitbannen van menselijk contact om wille van winst of efficiëntie leidt tot irritatie, agressie en vervreemding. Een vriendelijk woord van een kassamedewerker stuurt je met een heel ander gevoel de dag in dan een frustrerende ervaring met een automaat.
Dat gevoel verspreid je vervolgens zelf in de contacten die je de rest van de dag hebt.
Na deze conclusie greep ik heel tevreden met mezelf naar de wc-rol.
Tevergeefs.
Verkopen ze op de markt eigenlijk wel pleepapier?
Tien minuten later stond ik weer in de rij.
André groette vriendelijk.
*Echte naam bij de auteur bekend