De pianostemmer
leestijd: 7 min

'Dit is de telefoonbeantwoorder van Fons Sluijter, pianostemmer. Het tarief voor een stembeurt is veertig euro binnen de stad Groningen. Buiten de stad Groningen is het tarief vijfenveertig euro. Als u wilt, kunt u een boodschap achterlaten. Dag.'

Het was maandagmorgen. Een druilerige regen aaide de ramen. Na een korte groet (Hallo, ik ben Fons, zei hij) nam hij plaats achter de piano. Opende zijn koffertje met gereedschap. Opende de piano. Het was de eerste keer dat ik een pianostemmer over de vloer had. Ik wist niet hoe pianostemmers waren. Ik stelde me zo voor dat een pianostemmer vergelijkbaar is met een loodgieter of een glazenwasser. Maar die had ik ook nog nooit over de vloer gehad. Het was allemaal nieuw. Het voelde erg volwassen. 

'Ah, een Oostduitser. Daar zijn er heel veel van gemaakt', zei hij.
'Oh ja?' zei ik.
'Goeie piano.'
Plingg- plongg- plingg.
'Ja, kijk maar hier staat het. DDR.'
Fons wees naar de drie gouden letters in de linkerhoek.
'Oh ja', zei ik.

Ken uw instrument!

'Een mooi donkerbruin geluid.'
'Mmm', zei ik. Ik probeerde te bedenken of ik het daarmee eens was.
Plingg-plongg-plingg, deed hij nog eens en zette de stemvork op een toets.
'Ja, best wel hè', zei ik, want ik was het er wel mee eens. Donkerbruin.

Een donkerbruin geluid.

'Zo, die is flink laag', meldde Fons van achter de piano.
'Ja', zei ik. 'Hij is behoorlijk ontstemd.'
Tot nu toe ging het goed. Ik keek naar zijn gekromde rug. Rond de veertig, schatte ik. Wild grijzig haar dat lang niet geknipt was. Een blauwe wollen schipperstrui.
'Vierveertig is wel handig als je wilt samenspelen hè.'
'Hm? Hm, ja, dat zou wel handig zijn...' Vierveertig. Klinkt goed, dacht ik. Professioneel.

Vierveertig.

Plingg-plongg deed Fons. Met sleutels die hij aan de binnenkant van de piano had bevestigd, stelde hij steeds met een korte ruk de snaren bij. Plingg-plongg. Bijstellen. Het stemmen was begonnen. Vierveertig wat eigenlijk? Het klonk als iets dat te logisch was om te vragen. Het zou heel dom zijn om te vragen wat vierveertig was. Vierveertig qua geluidshoogte natuurlijk. Ongetwijfeld zoiets.

Ken uw instrument. Vierveertig geluidshoogte. DDR.

'Wel een vingerbreker', vond Fons.
'Tja... hij speelt best zwaar', antwoordde ik.

Mijn piano is een log mormel. Maar vingerbreker klinkt ook goed, dacht ik. Professioneel.

Ken uw instrument. Een vierveertig vingerbreker uit de DDR. Geluid: Donkerbruin. Stemmer: Fons.

'Dan moet je op de Russische manier spelen, met kromme vingers. Die hebben ook van die zware instrumenten', zei de stemmer, Fons.
'Oh ja', zei ik.

Ik weet niets! Ik weet niets! Ik zou meer moeten weten! Mijn donkerbruine vierveertig vingerbreker uit de voormalige DDR wordt heden gestemd door Fons de pianostemmer en dient op Russische wijze bespeeld te worden.

Plingg-plongg-bijstellen deed Fons. Het zag eruit alsof ik het zelf ook wel zou kunnen. Ik vroeg me af of het ook normaal was om koffie te zetten. Kopje koffie, pianostemmer? Ik kon me wel voorstellen dat zoiets zo hoorde. Fons zag er wel uit als iemand die het normaal vond dat er aan hem gevraagd wordt of hij koffie wil tijdens het pianostemmen. Maar dan werd het misschien koud.

Plingg-plongg. Bijstellen. Plingg-plongg-bijstellen deed Fons nog steeds, terwijl ik nadacht over de koffie. Hij was duidelijk in een proces dat niet onderbroken mocht worden. Plingg-plongg-bijstellen. Zo kon ik onmogelijk vragen of hij zin had in koffie. Ik wilde niet het risico nemen dat hij zijn concentratie zou verliezen. Dat zou heel dom zijn. Nog dommer dan niet weten wat vierveertig is. Donkerbruine DDR-vingerbreker. Beter wachten tot een goed moment. Plingg-plongg. Bijstellen.

Ik kon niets bedenken wat ik zou kunnen gaan doen. Het mocht geen lawaai maken, anders stoorde ik Fons. Maar het penetrante geplingg-plongg zorgde dat ik me ook niet kon verdiepen in een boek. Het was een lastige situatie. Er bleef weinig anders over dan koffiezetten. Voor als Fons straks misschien toch koffie wilde. Tussen het bijstellen en een plingg-plongg vroeg ik zo normaal mogelijk of hij zin had in een kop koffie. 'Ja', zei hij. Ping-plongg. Bijstellen. Hij maakte nu kleine smakgeluiden tussendoor. Plingg-plongg-smaksmak. Bijstellen. Dat kwam vast omdat hij zin had in koffie.

'Zo, hè hè', zei hij. 'Even pauze', en ging zitten op de bank.
Toen zag hij de cello.
'Hee je hebt ook een cello', zei hij en pakte de cello.
'Mooi.'
'Ja hè', zei ik.
Pong-pong deed Fons op de cello.
'Die heb ik nog maar een paar weken. Te leen van iemand', zei ik. 'Ik mag erop passen.'
Fons keek naar de cello alsof hij er verstand van had.
'Wat een monsterkist. Heb je er ook een stok bij?', vroeg hij.
'Ja', zei ik en pakte de strijkstok van het spijkertje waar die aan hing, vlak boven de piano.
'...en hars?'
'Ja. Ook', en gaf hem het blokje hars.

Monsterkist.

Fons harste en begon te strijken. Met ferme armbewegingen streek hij er klanken uit die ik er nog niet uit had gehaald.

'Hm', mompelde hij. 'Neuzig.'
'Neuzig', zei ik.
'Ja, hoor maar', zei hij en streek de hoogste snaar aan. 'Een hele neuzige A.'
'Oh ja', zei ik. Het klonk inderdaad neuzig.

Monsterkist met neuzige A.

'Het geluid komt niet helemaal lekker naar buiten. De kam zit ook scheef. Hij heeft een flinke klap gehad', constateerde Fons. Fons de pianostemmer die ook cello kon spelen. Met neuzige A. Hij gaf een paar tikken tegen de kam.
'Kijk, dit moet vijfenveertig graden zijn', zei hij en haalde zijn vinger langs de kam en de kast. Daarna begon hij weer te strijken met ferme armbewegingen.
'Zo, nu heeft 'ie wat meer kloten.'

Kloten. Ik heb een monsterkist met kloten. En een neuzige A. En een Duitse vierveertig vingerbreker.

Mooi. Heel mooi. Dit ging goed. Fons was op dreef.
'Beetje stemmen.'
Hij draaide aan de stemknoppen, vervolgens aan de fijnstemmers en speelde de derde suite van Bach.

Fons de pianostemmer zit op mijn bank en speelt cello. De derde suite van Bach.

'Die vind ik het mooist', zei hij toen hij klaar was.
'Oh ja', zei ik. 'Mooi.' Het was ook mooi. Vooral ook omdat het maandagmorgen was en omdat een druilerige regen de ramen aaide. Fons' koffie werd koud.
'Ik heb er zelf een gekocht van Tata Mirando', zei hij. "Ooit van gehoord?'
Nee, schudde ik.
'Het is een heel fragiel instrument, dun plaatwerk. Maar hij klinkt als een Stradivarius. Soms is het niet te houden, dan komt hij haast tevéél naar buiten.'
'Ja, ja', antwoordde ik, en nam een slok van mijn koffie.
Heb je ook melk?' vroeg hij.
'Ja, tuurlijk, sorry', zei ik en haalde een pak melk.
Fons goot een scheut melk in zijn koffie die nu nog kouder werd.
'Ken je Pablo Casals?' ging hij verder.
Nee, schudde ik weer. Ik weet niets! 'Hoe zei je?'
'Casals', zei Fons. C-A-S-A-L-S spelde hij.
'Oh ja', zei ik. 'Nooit van gehoord.'
'Dat is een hele beroemde cellist.'
'Hmm.'
Toen was het een tijdje stil.
'Is het eigenlijk moeilijk, een piano stemmen?' vroeg ik.
'Nou, je moet er wel een opleiding voor volgen. Die duurt drie jaar.'

Drie jaar!

'Drie jaar?' vroeg ik.
'Ja, je moet er gevoel voor ontwikkelen. En het is maar één dag in de week. Anders wordt het teveel. Dan haken er mensen af.'
'Wauw, dat wist ik niet.' Ik word maar geen pianostemmer.

Drie jaar.

Terwijl Fons verder stemde zocht ik Pablo Casals op, op het internet. Wat een prachtige man, Casals. Er zijn zoveel prachtige mensen, realiseerde ik me ineens. Zoveel prachtige mensen waarvan ik de meeste niet eens ken en ze staan gewoon op het internet! De tranen sprongen me in de ogen. Wat een mooie wereld. Wat een oneindige mogelijkheden. Wat een prachtige maandagmorgen.

'Ken je Wim Mertens?' vroeg ik.
'Ja, dat is toch die Vlaamse pianist?' antwoordde Fons.
Fons leek alles te weten. Maar misschien was dat omdat het leek alsof ik zelf niet alles wist.

'Op die manier wil ik ook leren spelen. Van dat kabbelende met ritmewisselingen en repetitieve melodielijnen.' Dat leek me de beste omschrijving. 'Beetje net als de muziek van Simeon ten Holt.'

Plingg-plongg-bijstellen deed Fons. Het was een vreemde maandagmorgen. Toen hij klaar was met stemmen, betaalde ik hem. Het was precies het bedrag dat hij rekende voor het stemmen van een piano. Binnen Groningen. Ik wist niet of pianostemmers fooi kregen.

'Ik had je graag een dikke fooi gegeven, maar ik zit een beetje krap momenteel', zei ik beschaamd. 'Maar als ik straks een dikke baan heb...'
'Ja ja', zei Fons, 'dan koop je een vleugel en dan moet je weer bezuinigen op de pianostemmer!'
We lachten.
Nu wist ik nog steeds niet of pianostemmers fooi krijgen.
Dag Fons, tot de volgende keer.

'Mazzel', zei Fons.
'Dag', zei ik.

Deel dit verhaal
Sponsoren

banner-eigenzinnig-600px.jpg

Leonieke Toering (Leidschendam, 1978) is muzikant, zangeres, schrijver en voice-over. Ze woont in Groningen sinds 1999, en studeerde af aan de RuG in 2003 (Engelse taal- en letterkunde).